donderdag 13 maart 2014

Een leesapotheek voor kinderen

De naam alleen al verklapt het: bij Boek & Koek word je op allerlei manieren verwend: je kan er jouw ogen de kost geven aan mooie kinderboeken én tegelijkertijd bezwijken voor een zoete zonde… pannenkoeken! Klinkt een beetje als een klein paradijs, niet?

Maar zo’n kinderboekenhandel is meer dan een verzameling leuke boekjes. Er zitten vaak ook echte pareltjes tussen: boeken die niet alleen mooi zijn om naar te kijken, maar ook kunnen troosten, je inzichten bijbrengen of je aan het denken zetten. M.a.w.: bibliotherapie voor kinderen… 
Op naar Elke Duytschaever, zaakvoerder van Boek&Koek te Erembodegem, voor een aantal gouden boekentips!

Elke, hoe kwam je op het idee Boek&Koek op te richten?
Het startte eigenlijk met de vraag: “van wat word ik altijd gelukkig? “. Lezen en voorlezen! Eigenlijk was het een meisjesdroom van me: geluk verkopen. En dat heb ik met mijn kinderboekhandel waargemaakt. Niet alleen de verhalen, maar ook de illustraties kunnen mij betoveren. Ondergewaardeerde kunst noem ik het. Ik verkoop enkel dingen waar ik zelf enthousiast van word.

Heb je zelf voor jouw kids al naar een boek gegrepen bij een probleem? (Elke heeft twee zonen, één van 18, één van 11 en een dochter van 13)
Ja, i.v.m. seksuele voorlichting en over de dood. Volgende boeken kan ik over deze thema’s aanbevelen:

“Daarom! En andere diepzinnige antwoorden op kindervragen”,  Suzanne Rethans
Boekje rond filosofische levensvragen, waarbij steeds verschillende standpunten aan bod komen. Bv. over de dood worden een dokter, een psycholoog en een dominee bevraagd. Het is geschikt vanaf het 3de en 4de leerjaar ongeveer. Een ideaal boek voor wat ik noem ‘sprokkellezen’: om mee te nemen op vakantie of als je ergens moet wachten. Voorbeeldvragen zijn: “Komt mijn konijn ook in de hemel?” ; “Waarom moeten we slapen?”; of “Wat is geluk?”.

“Kriebels in je buik”, Siska Goeminne  & “Seks en zo”, Harris & Emberley
Over seksuele voorlichting. Beide zijn bedoeld voor de lagere school leeftijd en zijn ideaal om samen in te lezen.

Laten we meteen verdergaan met de boekentips en voor de lezers een mini- leesapotheek opstellen. Wat zou je aanbevelen bij de volgende situaties of uitdagingen?

  • Bang om te gaan slapen

“De Nacht Wensjes Automaat”, Nathalie Slosse & Lucy Elliot
Aan de hand van flapjes kan jouw kind steeds nieuwe combinaties maken en zo zijn eigen figuurtje creëren. De illustratie gaat steeds samen met een snoezig nachtwensje om voor te lezen. Een boek dat de fantasie in werking zet, maar dan in een gunstige vorm. En zo leer je je kind meteen ook een strategie aan dat ook bij andere angsten kan ingezet worden.


Ik kan niet slapen!, Ingrid & Dieter Schubert
Over een jongetje dat overdag andere kinderen bang maakt, maar ’s avonds zelf bang wordt. Dan komt oma op bezoek met een fantastisch idee om de monsters te laten verdwijnen…

“Een spannende nacht, Claude K. Dubois”
Over hoe alle dingen er ’s nachts anders en akeliger uitzien.

  • Overlijden in de familie/ omgaan met een verlies

“Balthazar, de eenzaamste ezel ooit”, Inge Misscchaert & Marieke Coenen
Balthazar’s mama sterft en hij zoekt overal redding en houvast. Een enorme radeloosheid volgt. Maar uiteindelijk komt, heel langzaam, zijn zin in het leven terug. Het verhaal is een mooie weergave van het rouwproces. Het geeft ook ‘toestemming’ om lang te rouwen, en op verschillende manieren. Ook een mooie gedachte: verdrietig zijn hoeft ook niet elke minuut van de dag te zijn.

“Een plek naast de sla”, Aag Vernelen & Debbie Lavreys
Makkelijk geschreven boekje, bedoeld voor het 1ste à 2de leerjaar. Het gaat over een meisje die een dode vogel vindt. Het afscheid wordt heel mooi en lang weergegeven. Hier komt het belang van rituelen naar voor. Op deze leeftijd zijn kinderen zich meestal bewust van het feit dat de dood iets definitiefs is en kunnen rituelen dus een grote hulp zijn.

“Nooit is voor altijd”, Kristof Devos & Claudia Jong
Dit verhaal gaat over een jongen wiens zusje gestorven is. Hij wordt een beetje aan zijn lot overgelaten en krijgt maar weinig aandacht meer. Hij begint te tekenen, en fantaseert dat hij wegloopt. In dit boek wordt het verdriet echt zichtbaar, terwijl de andere boekjes relatief ‘schattig’ en ‘vrolijk’ blijven. Eerder om te gebruiken door een hulpverlener, in klascontext, of door een andere externe persoon.

  • Scheiding

“Ik woon in twee huizen”, Marian De Smet & Nynke Talsma
Belicht de emotionele kant van een scheiding, bv. “als ik bij mama ben, wil ik bij papa zijn, en omgekeerd.” Het aspect van de onvoorwaardelijke liefde, eigen aan de ouder-kind relatie, komt hier ook aan bod: ‘Ook al zien mama en papa elkaar niet meer graag, hun liefde voor mij is voor altijd’. Vanaf 4 jaar.

“Thuis bij mama, thuis bij papa”, Simone Arts
Gaat minder over gevoelens, maar meer over de praktische kant van een scheiding: hoe is het om in twee huizen te wonen?

  • Zindelijkheid

“Potje!” , Mylo Freeman
Grappig en schattig verhaal, met dieren uit de jungle. Over het wennen aan het potje. Ideaal als introductie dus!

Het grote Liselotje voorleesboek
Liselotje is prinses. Niet alleen zij probeert zindelijk te worden, maar ook haar papa!
Leuk om voor te lezen, want het rijmt. Ideaal om de aandacht af te leiden bij ‘problemen’ zoals bv. ongelukjes. Wat verfrissend is: in het verhaal is de papa een beetje een kluns en vormt hij altijd het probleem (bv. hij heeft een ongelukje, niet het kind). Dit kan de druk van de ketel nemen ;-)

“Op het potje”, Alona Frankel
Een klassieker, mooi geïllustreerd en volledig qua inhoud.

“Kas op het potje”, Pauline Oud
Ook heel volledig. Kas heeft op een bepaald moment ook een ongelukje, maar mama vindt het niet erg. Het eindigt met een succeservaring!

“Saar op de wc”, Pauline Oud
Een variant op “Kas op het potje”. Dit is de ‘wc’ versie, deze keer met een meisje in de hoofdrol.

  • Pesten

“Brooddoos, een verhaal in veertien sneetjes”, Dimitri Leue
Een verhaal dat als ‘collage’ gebracht wordt. Er zitten zelfs recepten in. Eerder geschikt om zelf te lezen, ongeveer van het 3de leerjaar, tot het 6de leerjaar. Heel mooi uitgegeven. Gaat vooral over hoe vervelend pesten kan zijn.

“Rood of waarom pesten niet grappig is”, Jan De Kinder
Wat ‘donkerder’ van stijl, gevoelens zoals angst en eenzaamheid krijgen hier een plek. Wel met ‘happy end’.

“RoodGeelZwart”, Brigitte Minne & Carll Cneut
Over 4 kinderen die samenspelen, waarvan 1 iemand de baas speelt. Uiteraard: er komt ruzie van. Ze slagen er na een tijdje in om het op te lossen door de pester geen aandacht meer te geven. Een uitstekende strategie, maar je moet er natuurlijk wel met meerderen voor zijn.

  • Broertje/zusje erbij

“Zot konijn”, Tine Mortier & Anne Westerduin
Over jaloezie. Baby zus mag alles wat broer niet mag doen, en toch vind mama haar o zo lief. Maar het eindigt goed: broer begint stapsgewijs van zijn zusje te houden.

“De buik van mama”, Jo Witek & Christine Roussey
Over de zwangerschap en de daarmee gepaard gaande voorbereidingen. Voor kleintjes vanaf 3 jaar.  Met flapjes op iedere pagina waar je een glimp van de baby kan opvangen. Mooi geïllustreerd en poëtisch.
 
“Lied voor een girafje”, Edward van den Veldel & Sebastiaan Van Doninck
Eindelijk ook eens een papa in the picture! De beleving van een giraffenpapa.

“Er komt een baby bij”, John Burningham & Helen Oxenbury
Mooi geïllustreerd, en heel volledig qua inhoud: niet alleen het informatieve zit erin, maar ook het aspect jaloezie, aanvaarding, enz. 







Om af te sluiten, geeft Elke ons nog de volgende goede raad mee:

  • Laat het altijd mama of papa zijn die het voorleesboek kiezen. Met als uitzondering stressvolle situaties zoals bv. een eerste schooldag, dan kan je uiteraard het kind iets laten kiezen. Boeken zijn er om de wereld van het kind te verruimen en zij kiezen nu eenmaal voor de gekende weg. Vaak wil dat zeggen dat je dan iedere avond hetzelfde verhaaltje voorleest, of in hetzelfde genre boeken blijft hangen. Terwijl voorlezen juist bijdraagt aan de ontwikkeling: of het nu taal, smaak of sociale ontwikkeling is. Daarbij komt nog dat je als ouder ook je liefde (of het gebrek eraan) voor boeken en lezen doorgeeft. M.a.w. als je iets beu gelezen bent, voelt je kind dat aan. Kies een verhaal waar je zelf ook enthousiast van wordt.
  • Zoek ook bewust naar boeken met echte kinderen, i.p.v. dieren, voor meer identificatie. Heel vaak gaan kinderboeken over dieren, maar kinderen maken de transfer (dat konijntje, dat ben ik!) niet altijd.
  • Bespreek moeilijke of gevoelige thema’s op momenten dat ze niet ‘acuut’ zijn. Kinderen zullen er het meest van opsteken als ze er op een ontspannen manier mee kunnen kennismaken. Je kan er dan nog naar teruggrijpen als het moment zich voordoet, maar de basis zal gelegd zijn.

Wist je dat er in heel Vlaanderen nog maar 6 kinderboekenwinkels zijn? Zij bundelen nu de krachten onder 'Boekentroef': neem zeker eens een kijkje op hun website!

Benieuwd om de genomineerden voor de Boekenleeuw en de Boekenpauw te zien? Op www.boekenbeesten.be kom je alles te weten én kan je ook nog eens in de prijzen vallen als je meestemt :-)

donderdag 13 februari 2014

Relaties: kiezen tussen geborgenheid of passie?

Kersverse, verliefde koppeltjes: dit blogbericht is niet voor jullie. Dit is er eentje voor de koppels die al een eindje meegaan. Ben je best gelukkig met je partner, maar mis je af en toe toch de spanning en hartstocht van in het begin? Lees dan zeker verder, want er is goed nieuws!

Ik leerde Esther Perel kennen via haar Ted Talk. Zelf nu in een relatie sinds ongeveer 8 jaar en bijna 4 jaar mama, voelde ik mij niet alleen aangesproken door haar betoog, maar werd ik ook nieuwsgierig gemaakt door het ietwat provocerende kantje van haar stellingen. Ik ging meteen op zoek naar haar boek “Erotische intelligentie: een vaste relatie geeft zekerheid, maar hoe houd je het spannend?”. 
Voor één keer gaat het niet over hoe vaak we het nog doen met onze partner, maar staat de beleving als koppel centraal. Ook geen pasklare antwoorden dus, maar wel een aantal pittige doordenkertjes en eyeopeners.
Dus beste lezers, mijn Valentijncadeau voor jullie: de kerngedachten uit het boek, op een rijtje gezet.

Verwar liefde niet met het geleidelijk in elkaar opgaan. Om het vuur brandend te houden is een zekere afstand nodig. Het is juist binnen die ruimte tussen partners dat erotiek tot leven komt.

Koester het mysteriegehalte van jouw partner. Ga er niet van uit dat je je partner voor de volle 100% kent, want dat is een illusie. Het idee dat je een persoon nooit volledig kan kennen (en voorspellen) kan angstaanjagend zijn, maar houdt tegelijkertijd ook de passie levendig.

Zekerheid & avontuur: het gaat niet over kiezen tussen het ene of het andere. Je hebt ze allebei nodig, maar afzonderlijk, op verschillende tijden. Dat de passie af en toe van het toneel verdwijnt is dus ook volkomen natuurlijk.

Geef non-verbale communicatie de plek die ze verdient. In onze Westerse maatschappij verheerlijken we de verbale intimiteit, maar ook in non-verbale communicatie kan verbondenheid herkend worden. Zo is seks voor vele mensen een manier van communiceren. De kunst ligt hem dus vooral in het leren van elkaars ‘taal’ te begrijpen en spreken.

Erotiek dient geen ander doel dan zichzelf. In tijden waar bijna alles draait rond efficiëntie en resultaatsgerichtheid, zien we onvoldoende in dat de erotische ruimte een stralend rustpunt is met genot als enige doel.

Seks kan therapeutisch werken. Trauma’s kunnen getransformeerd worden en hersteld. Het is niet vreemd dat wat ons het meeste opwindt, vaak voorkomt uit het leed en de frustraties van onze kindertijd.

Neem de verantwoordelijkheid op voor jouw seksuele vervulling. Veel vrouwen blijven op seksueel gebied afhankelijk, ze laten de man uitzoeken wat ze willen. Sta eens stil bij wat jij nodig hebt en verlangt. Een eerste stap kan zijn om terug te leren genieten: niet omdat je het verdiend hebt, of eerst alle klusjes hebt afgewerkt, maar gewoon: schaamteloos, doelloos genot!

Controle als compensatie voor onzekerheid. De komst van kinderen maakt ons ongelooflijk kwetsbaar. Hierdoor veranderen we vaak geleidelijk aan in controlefreaks met als mantra’s: structuur, orde, veiligheid, enz. Niet bepaald de ideale voedingsbodem voor erotiek! Vooral de primaire verzorger van de kinderen zal hieronder gebukt gaan. Vaak kan die zich nog maar moeilijk losmaken van de huishoudelijke verantwoordelijkheden. De meer autonome partner kan dan de andere helpen zich van de kinderen los te rukken en weer energie in de relatie te steken. Een zinnetje zoals ‘Vandaag heb je al genoeg gedaan, nu ga je eens lekker zitten’ kan al wonderen doen.

Laat je kinderen niet de enige bron van emotionele bevrediging zijn. Kusjes, wiegen, aan de voetjes knabbelen,…: dit zijn allemaal sensuele gewaarwordingen tussen ouder en kind. Heel gezond en natuurlijk uiteraard, maar soms is hierdoor gewoon minder nood aan intimiteit met de partner. Dit mechanisme begrijpen kan op zich al heel verhelderend zijn.

Relaties bezwijken onder de druk van een ‘overijverige opvoeding’. Ook onze relatie vergt zorg en aandacht. De intensieve opvoedingsmethoden waar we vandaag de dag aanhanger van zijn, maken dat we hiervoor geen tijd en energie meer hebben.

Fantasieën kunnen een nuttige bron aan informatie zijn. Eénmaal we hun betekenis begrijpen, vertellen ze ons veel over waar we seksueel en emotioneel naar op zoek zijn.

Laat de ‘derde’ binnen in de relatie. Dit kan ook zonder dat het buitenechtelijke seks inhoudt. Het besef dat je partner ook andere mannen of vrouwen aantrekkelijk kan vinden (of door anderen zo bekeken wordt) kan soms al genoeg zijn. M.a.w. de seksualiteit van onze partner behoort ons niet toe, en dat zal hem/haar juist des te aantrekkelijker maken.

Stap af van het idee dat goede seks makkelijk, relaxed, ongeremd en spontaan moet zijn. Als seks inroosteren voor jou een brug ter ver is, plan dan ‘erotische ruimte’ in. Hoe dit ingevuld wordt, maakt niet uit, zolang de ruimte zelf gekenmerkt wordt door intentie. Tenslotte heb je de seksuele daad niet nodig om een erotische ervaring op te doen.

zondag 12 januari 2014

Nieuw jaar, nieuwe voornemens: deel 3


Uit "Wilskracht", R. Baumeister
Het is zover… 2014 is van start gegaan en ons goede voornemen is niet langer een voornemen meer, maar ondertussen harde realiteit. En indien niet, ik ken een aantal goede boeken over uitstelgedrag ;-)
Om verder te gaan op het vorige blogbericht over wilskracht, wil ik jullie graag nog een aantal tips meegeven over hoe je alle kansen aan jouw zijde kan zetten om je voornemen vol te houden. Of anders gezegd…

Hoe maak ik het mezelf makkelijker?


Eén van de meest voorkomende oorzaken van gebrekkige zelfbeheersing is overmoed, of een te groot vertrouwen in de eigen wilskracht. Een oplossing is de ‘precommitment’ techniek: verwacht dat je in de verleiding zal gebracht worden en wapen je op voorhand! Een aantal mogelijkheden:

  • Ban de verleiding (bv. zorg dat er geen junkfood in huis is)
  • Leg jezelf van tevoren vast door het openbaar maken van je voornemen, bv. via sociale media of Covenant eyes (i.v.m. surfgedrag). Via Stickk.com sluit je een ‘commitment contract’ af door een doel voorop te stellen en een ‘boete of straf vast te leggen, bv. geld automatisch van je rekening laten gaan naar een goed doel, of een rondje e-mails naar vrienden & familie

Experimenteer met positief uitstelgedrag: de ‘niet-nu-maar-straks’ tactiek. Onweerstaanbare drang om dat pak chips uit de kast te verorberen? Spreek met jezelf af dat je bv. een kwartiertje wacht en dan mag aanvallen. Door het jezelf niet te verbieden is de kans groot dat je er uiteindelijk minder van zal eten of zelfs dat ‘niet-nu-maar-straks’ evolueert naar ‘niet nu én niet straks’!

De truc van het productieve nietsdoen. Sta je voor een klus waar je tegenop ziet? Begin met een moment in je agenda vast te leggen waar je je enkel en alleen aan deze klus zal wijden, of… niets anders doet. De afspraak met jezelf is dus niet dat je moet werken aan de klus, maar wél dat als je dat niet doet, je ook niets anders doet! Ook geen koffietje gaan halen. Voor sommigen een beproefde methode!

Hou je voortgang bij. Dit werkt niet alleen motiverend, maar je wordt ook een betere langetermijn-planner. Je kan dit in een dagboek doen, maar er zijn ook digitale hulpmiddelen zoals bvb. Mint.com (bijhouden van creditcard- en banktransacties), of Xpenser, Tweetwhatyouspend of Quantified Self.

Beloon jezelf regelmatig. Ideaal is een combinatie van veel kleine beloningen en af een grote.

Leesvoer over wilskracht:


“Wilskracht”,Roy F. Baumeister & John Tierney

"De kracht van wilskracht", Kelly McGonigal














Ik wens jullie allemaal een inspirerend en leerrijk 2014!

donderdag 26 december 2013

Nieuw jaar, nieuwe voornemens: deel 2

Mijn vorig blogbericht ging over hoe je best een voornemen formuleert: nl. in functie van wat jou precies motiveert om te veranderen (preventie vs. promotiefocus). Maar dan begint het avontuur natuurlijk nog maar net, om effectief aan de slag te gaan en nadien ook vol te houden hebben we… wilskracht nodig. Een thema waar heel veel interessante lectuur over bestaat, o.a. “Wilskracht” van Roy F. Baumeister & John Tierney. Mijn reis doorheen dit boek was er één van vele nieuwe ontdekkingen, en uiteraard sta ik dan te popelen om ze te delen met jullie!

Hoe werkt wilskracht eigenlijk?

Twee basisprincipes om boven je bureau, aan de frigo, of een andere plek te hangen waar meestal veel beroep wordt gedaan op jouw wilskracht:

  1. Wilskracht is als een spier: hij raakt vermoeid als je hem gebruikt
  2. Dezelfde voorraad wilskracht wordt voor allerlei verschillende taken (*) gebruikt
(*) beslissingen nemen, het dessert overslaan, aan dat saaie verslag beginnen, geduld hebben met je kinderen, enz.

Gek genoeg, zelfs als je een tijdje hebt kunnen weerstaan aan een verleiding, maar dan toch toegeeft: je verbruikt wilskracht! Blijkbaar is de inspanning bepalend, en niet de uitkomst. Ook toegeven aan genoegens die je niet leuk vindt, kosten wilskracht (een doordenkertje!).

Klinkt allemaal niet zo hoopgevend hé? Gelukkig er is ook goed nieuws: we kunnen onze ‘wilskracht-spier’ trainen en zo onze voorraad wat groter maken voor als we het nodig hebben. Nog een aanmoedigend gegeven is dat zelfbeheersing oefenen in één aspect van je leven, leidt tot verbeteringen in alle aspecten van jouw leven. Er is dus iets ‘besmettelijks’ aan.


Waar hou je best rekening mee voor je aan je grootste plannen begint?

Een goude regel is: overschat jouw wilskracht niet. Je beperkt je dus best tot één goed voornemen. Niemand heeft genoeg wilskracht voor een hele lijst. M.a.w.: stoppen met roken én minder willen eten is geen goed plan!

Wat kan helpen om planningsoptimisme te voorkomen:

  • dwing jezelf naar in het verleden behaalde resultaten te kijken
  • vraag anderen je plannen te beoordelen

Wat kunnen we doen om meer wilskracht te kweken?

  • Wilskracht verbruikt glucose, m.a.w. voorzie je altijd van voldoende ‘brandstof’, bij voorkeur langzame suikers. Je kan dus echt niet veel van jezelf vragen of verwachten met een lege maag. Een speciale noot voor de vrouwen: in de premenstruele fase verdwijnt de glucose naar de eierstokken: weg wilskracht, hallo drang naar zoete dingen!
  • Slaap voldoende: dit zorgt voor een betere verwerking van glucose én tegelijkertijd heb je er minder behoefte aan. Een uitgeruste wil = een sterkere wil!
  • Besteed aandacht aan netheid. Onderzoek toont aan dat je bv. na het zien van een rommelig bureau minder zelfbeheersing aan de dag legt. Nu kan je denken: ‘maar dan is al mijn wilskracht al opgebruikt aan het opruimen en schoonmaken!’ De kracht van ordelijke gewoonten zit hem eigenlijk op lange termijn: doordat het min of meer een automatisch proces wordt, vraagt het weinig of geen wilskracht meer.
  • Oefen eerst met kleine voornemens: je hersenen laten wennen aan het stellen en bereiken van kleine doelen helpt je de grote doelen te bereiken.
  • Vergroot je ‘wilskracht-uithoudingsvermogen’: dit kan je doen aan de hand van dagelijkse oefeningen, zoals bv. rechtop zitten; je linkerhand gebruiken voor routinehandelingen; enz. Zolang het oefeningen zijn die je gewoontegedrag veranderen, werkt het! Je zou dit kunnen inbouwen als een soort conditietraining voor je aan het echte werk begint.

Had je al een lijstje opgemaakt voor het nieuwe jaar? Dan wens ik veel plezier in het schrappen… tot je dat éne voornemen overhoudt dat je wilskracht-reserve ook werkelijk aankan!

In het derde en laatste deel van deze reeks rond voornemens geef ik jullie een overzicht van de beste tips uit “Wilskracht”, over hoe je het jezelf wat makkelijker kan maken. Zodat jouw voornemen langer stand houdt dan tot Carnaval :-) Blijven lezen dus!


zondag 15 december 2013

Nieuw jaar, nieuwe voornemens: deel 1


Met het eindejaar en hopelijk een paar vrije dagen in zicht, zou het wel eens kunnen dat je je begeeft in de gevarenzone van… het maken van goede voornemens. En we weten allemaal hoe het ons dan verder vergaat, ja toch?

Maar gelukkig staan we hier niet alleen in en kunnen we teruggrijpen naar interessant materiaal, onderzoek en tips beschreven in boeken. Vandaar: jullie krijgen van mij een reeks van drie blogberichten over hoe je ervoor kan zorgen dat 2014 ook écht een jaar van verandering kan worden!

Ben je promotiegericht of preventiegericht?

We zijn allemaal verschillend, en we worden dus ook om verschillende redenen gemotiveerd om iets te veranderen. De manier waarop je je doelen formuleert is dus van groot belang. Dit fenomeen wordt door psychologen de ‘regulatieve focus’ genoemd: focussen mensen zich liever op de voordelen van iets doen of op de nadelen van iets niet doen wanneer ze proberen hun gedrag te veranderen?

Mensen met een promotiefocus hebben meer baat bij het formuleren van promotiegerichte doelen. Een paar voorbeelden:
‘Ik wil meer tijd doorbrengen met mijn partner’
‘Ik wil me fit en gezond voelen’
De vraag is hier: wat wil je wél?


Mensen met een preventiefocus zullen meer kans op succes hebben als hun doelen preventiegericht geformuleerd worden, zoals:
‘Ik wil minder conflicten met mijn kinderen’
‘Ik wil stoppen met mijn uitstelgedrag'
De vraag is hier: waar wil je mee ophouden?

Maar hoe weet je dan waar jouw focus ligt? De beschrijvingen hieronder kunnen jou al een aanwijzing geven


Promotiefocus
  • optimistisch
  • houdt van avontuur & uitdaging
  • fleurt op van positieve feedback
  • grijpt kansen als ze zich voordoen
  • gericht op het bereiken van idealen en het behalen van voordelen

Preventiefocus

  • eerder waakzaam en gericht op veiligheid
  • hebben het eerder moeilijk met lof en complimenten
  • groot verantwoordelijkheidsgevoel
  • gericht op het voorkomen van ‘verliezen’ of het omzeilen van problemen
Vind je het nog steeds moeilijk om jouw focus te herkennen? Hier kan je een test doen.

Alhoewel de meeste mensen een dominante focus hebben, kan deze wel verschillen van situatie tot situatie. Soms zorgt een bepaalde context ervoor dat onze focus anders ligt, en dan pas je jouw strategieën ook best aan. Ben je bvb. bezig met een onderneming op te starten, dan zal een promotiefocus je wellicht verder brengen dan een preventiefocus.

De promotiefocus blijkt ook vooral interessant voor doelen op korte termijn (want: veel enthousiasme en energie), maar een preventiefocus zorgt dan weer voor betere resultaten op lange termijn. En dus kan je dit strategisch inzetten: start met een promotiefocus om te beginnen aan een moeilijk doel, en schakel over naar een preventiefocus éénmaal het doel bereikt. Zo heb je de meeste kans om ook vol te houden.

Wil je hier graag meer over lezen?


"Verander je leven en bereik blijvend resultaat" R. Yeung
"Focus" H.G. Halvorson & E. Tory Higgins


vrijdag 29 november 2013

Werk vinden dat bij je past


 
De voorbije week deed ik een zoekopdracht voor iemand die graag haar ‘ideale job’ wil vinden. Ideaal in de zin van: aansluitend op de eigen waarden en talenten. Het thema is mij niet vreemd, en ik dacht spontaan terug aan een boek dat ik tijdens mijn loopbaanonderbreking graag gelezen heb: “Werk vinden dat bij je past” van Roman Krznaric.

Ik vond ondertussen ook een interessant filmpje waar Roman tijdens een spreekbeurt zijn boek zelf mooi samenvat. Het duurt 16:35 min. om precies te zijn, maar voor de lezers met haast: een samenvatting van een samenvatting!



 60% van de mensen in het Westen zijn niet tevreden over hun job. Heb jij ook (af en toe) het gevoel dat jouw job niet helemaal bij jou past? Hier volgen een aantal ideeën die je hierbij kunnen helpen:

Verward en overspoeld door al die keuzemogelijkheden?
Helemaal normaal! Het werkt niet alleen verlammend, maar we zijn ook gewoon heel bang om de verkeerde keuzes te maken. De boodschap hier: aanvaard deze gevoelens, maar zet toch door.

Wees voorzichtig met persoonlijkheidstests
Baseer je carrièreswitch niet enkel op zo’n tests, want ze kunnen misleidend zijn. Zo kan de uitkomst nogal eens verschillen naargelang het tijdstip dat je zo'n test invult. 

Oefening
Stel je 3 parallelle universums voor. In elk heb je een jaar om een job uit proberen naar keuze. Waar zou jij voor gaan?

Presteren in de hoogte of in de breedte
Of anders gezegd: wil je een specialist zijn of een generalist?
In het Westen focussen we vooral op het ‘expert’ zijn, maar voor mensen met uiteenlopende talenten of vele interesses kan dit beklemmend werken. Is dit voor jou ook het geval? Denk eens na over volgende opties:
  • combineer verschillende jobs/functies tegelijkertijd, ook wel ‘portfoliowerker’ genoemd
  • wordt ‘seriële specialist (doe de ene specialistische job na de andere)

Zicht op jouw waarden en talenten

Wil je voldoening op lange termijn in jouw job? Zorg dat de inhoud overeen komt met jouw waarden en talenten.
 
Zoek de ‘flow-ervaring’ op
Je bent in een staat van ‘flow’ wanneer je volledig opgaat in jouw bezigheden. Je hebt dan bv. geen besef meer van tijd & plaats.
Tip: start een flow-dagboek gedurende 1 maand en reflecteer elke dag over:
  • heb ik een flow-ervaring gehad vandaag?
  • wat was ik toen precies aan het doen? 

Eerst handelen, dan nadenken
Ervaar de dingen in de praktijk:
  • vrijwilligerswerk
  • een aantal dagen meedraaien op de werkvloer. Inspiratie van eigen bodem: Laura Van Bouchout testte 30 jobs uit op één jaar tijd. In haar boek kan je er alles over lezen. 
  • vertak: behoud je eigen job, en experimenteer in de rand (bv. geef yogales in het weekend)

Hebben jullie nog andere tips? Deel ze hier!